Werkgever die eigenrisicodrager is mocht de WGA-uitkering van een ex-werknemer korten wegens het niet meewerken aan de re-integratie

Een werkgever die eigenrisicodrager voor de WGA was had terecht besloten om de WGA-uitkering van een werknemer gedurende vier maanden met 25% te korten, omdat de werknemer weigerde om contact te onderhouden met een medewerker van de verzekeringsmaatschappij die het verloop van de arbeidsongeschiktheid zou monitoren.

Het UWV had aan een werknemer een WGA-uitkering toegekend. Omdat de werkgever eigenrisicodrager voor de WGA was, moest de werkgever die WGA-uitkering betalen. De werkgever had het risico van betaling van die uitkering verzekerd bij een verzekeringsmaatschappij. Als een medewerker van die verzekeringsmaatschappij contact met de werknemer opneemt, vraagt de werknemer eerst om een machtiging waaruit blijkt dat de medewerker van de verzekeringsmaatschappij namens de werkgever optreedt. Ook nadat de werkgever die machtiging aan de werknemer heeft verzonden, voldoet de werknemer echter niet aan herhaalde verzoeken van de medewerker van de verzekeringsmaatschappij om contact op te nemen en een vragenlijst in te vullen. Ook als de werkgever mededeelt dat aan de werknemer een maatregel in de vorm van korting van de WGA-uitkering met 25% zal worden opgelegd als hij blijft weigeren contact te onderhouden met de medewerker van de verzekeringsmaatschappij, volhardt de werknemer in zijn houding.
De werkgever besluit daarop om de werknemer een maatregel op te leggen in de vorm van korting van de WGA-uitkering met 25% gedurende vier maanden. De werknemer maakt daartegen bezwaar, maar de werkgever verklaart het bezwaar van de werknemer ongegrond. De werknemer stelt dan tegen die beslissing op bezwaar beroep in bij de rechtbank. Die oordeelt dat de werknemer verplicht was om mee te werken aan activiteiten die er op gericht zijn om passende arbeid te kunnen verrichten. Aan het contactverzoek van de verzekeringsmaatschappij moest de werknemer dus meewerken. Daargelaten of de werknemer het recht had om een machtiging van de verzekeringsmaatschappij te verlangen, heeft de werkgever die machtiging verstrekt en ook daarna heeft de werknemer contact met de verzekeringsmaatschappij afgehouden. De klacht van de werknemer dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om zijn zienswijze ten aanzien van de op te leggen maatregel naar voren te brengen, wijst de rechtbank af. De werkgever had de werknemer die gelegenheid geboden in een aangetekend verzonden brief. Dat de werknemer die brief niet heeft aangenomen en ook niet heeft opgehaald komt voor zijn rekening.
De werknemer stelt nog hoger beroep in, maar heeft ook daarmee geen succes. De Centrale Raad van Beroep onderschrijft het oordeel van de rechtbank volledig. Daarbij vermeldt de Centrale Raad van Beroep nog hoe de wetgeving op dit punt luidt:
• De werkgever die eigenrisicodrager is draagt het risico van betaling van de WGA-uitkering van een (ex-) werknemer.
• De eigenrisicodrager heeft ook als taak om de re-integratie van een (ex-) werknemer met een WGA-uitkering te bevorderen.
• De (ex-) werknemer is verplicht om voldoende te doen om passende arbeid te verkrijgen of te behouden.
• Als de (ex-) werknemer deze verplichting niet nakomt, kan de eigenrisicodrager de WGA-uitkering geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of blijvend, maar niet geheel en blijvend, weigeren. De eigenrisicodrager moet de maatregel afstemmen op de ernst van de gedraging van de (ex-) werknemer en de mate waarin deze gedraging de (ex-) werknemer kan worden verweten.
• Het opleggen van een maatregel door de eigenrisicodrager is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarbij de eigenrisicodrager als bestuursorgaan optreedt. De (ex-) werknemer kan daarom tegen dit besluit bezwaar maken bij de eigenrisicodrager.
• De eigenrisicodrager moet vervolgens als bestuursorgaan een beslissing op dat bezwaar nemen. De (ex-) werknemer kan bij de rechtbank beroep instellen tegen deze beslissing op bezwaar.
Naar de mening van de Centrale Raad van Beroep heeft de werkgever voldoende gemotiveerd waarom de opgelegde maatregel is afgestemd op de ernst van de gedraging en de mate waarin de gedraging aan de (ex-) werknemer kan worden verweten.

© 2022 Van Schayk V.O.F. in Veghel