Werknemer moet bij opzegging van de arbeidsovereenkomst een deel van de afkoopsom van het leasecontract van de auto betalen

Hoewel de werknemer contractueel niet verplicht was om bij uitdiensttreding de afkoopsom van het leasecontract van de aan hem ter beschikking gestelde auto te betalen, brengt goed werknemerschap met zich mee dat hij toch een deel daarvan moet betalen.

Bij een belastingadvieskantoor was begin 2022 een werknemer in dienst getreden als senior belastingadviseur. Bij de indiensttreding had de werkgever er mee ingestemd om het leasecontract over te nemen van de auto die door de vorige werkgever aan hem ter beschikking was gesteld.
Da arbeidsovereenkomst was geen lang leven beschoren: al eind mei 2023 zegt de werknemer de arbeidsovereenkomst weer op. De arbeidsovereenkomst eindigt daardoor per 1 juli 2023. Aan de leasemaatschappij is de werkgever vervolgens een afkoopsom van bijna € 10.000 verschuldigd wegens het voortijdig eindigen van het leasecontract. De werkgever verrekent daarvan een deel met het laatste salaris van de werknemer en verzoekt de werknemer om het resterende bedrag (iets meer dan € 7.000) aan de werkgever te voldoen.
De werknemer is het er echter niet mee eens dat de afkoopsom voor zijn rekening is. Volgens hem is hij dat nooit met de werkgever overeengekomen. In de arbeidsovereenkomst was het niet geregeld en een overeenkomst waarin dit alsnog geregeld werd heeft hij eind januari 2022 geweigerd te tekenen. Er is volgens hem ook geen sprake van een onrechtmatige daad of van handelen in strijd met goed werknemerschap.
Als de kantonrechter over de zaak moet oordelen, stelt deze allereerst vast dat in de arbeidsovereenkomst niets over de leaseauto is geregeld. In de arbeidsovereenkomst wordt verwezen naar een afzonderlijke overeenkomst, maar die is niet tot stand gekomen. Toen achteraf alsnog een dergelijke overeenkomst werd aangeboden, heeft de werknemer inderdaad geweigerd om die te ondertekenen en daarna is de werkgever er nooit meer op teruggekomen. Een verwijzing in de arbeidsovereenkomst naar het personeelshandboek levert ook geen contractuele basis op om de afkoopsom in rekening te kunnen brengen. Dat sprake zou zijn van een onrechtmatige daad is volgens de kantonrechter door de werkgever onvoldoende onderbouwd.
Maar de kantonrechter is wel van mening dat goed werknemerschap de werknemer verplicht om een deel van de kosten te betalen. Zeker met het oog op zijn functie als senior belastingadviseur en met het oog op het feit dat de werkgever zijn leasecontract bij de vorige werkgever had moeten overnemen, had de werknemer moeten begrijpen dat de voortijdige beëindiging van het leasecontract voor de werkgever tot kosten zou leiden, zoals een afkoopsom. En de werkgever was bereid geweest om het leasecontract van de vorige werkgever over te nemen onder de voorwaarden van toepasselijkheid van de eigen leaseregeling. De kantonrechter vindt het daarom onredelijk dat de werkgever alle kosten van de voortijdige beëindiging van het leasecontact moet dragen. De kantonrechter bepaalt daarom dat de werknemer de kosten moet dragen tot het deel dat de werkgever al heeft verrekend met het salaris. De overige kosten blijven voor rekening van de werkgever.

© 2022 Van Schayk V.O.F. in Veghel